Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Cyrillus en Methodius

betekenis & definitie

Deze mannen worden de apostelen der Slaven genoemd. Deze Slaven hadden zich in de 6e—8e eeuw verspreid over het Balkanschiereiland en zij waren van Thessalonica uit tot het Christendom geroepen.

Daar werden omstreeks 800 n. Chr. de Slavische broeders Constantinus (later Cyrillus genoemd) en Methodius geboren.

De begaafde oudere broeder Cyrillus begaf zich naar Constantinopel, werd daar een vriend van Photius, ontving den bijnaam van „de filosoof” en ging in een klooster. Toen in 860 de Chazaren, een Tatarische volksstam, tusschen de Zwarte zee en de Wolgazich gevestigd hadden, vroegen deze aan keizer Michael III om een missionaris.

De keizer zond Cyrillus. Deze predikte onder dien stam met grooten zegen.

Hij liet de Chazaren hun gewoonten behouden. Spoedig keerde hij onder hen terug en leerde aan die Slaven een alfabet, opdat zij iets van de Christelijke litteratuur zouden kunnen genieten.

Toen kwam er een tweede roeping. Rastislav, die de stichter was van een groot Moravisch rijk, wilde de Moraviërs, ofschoon zij door de Duitschers reeds bekend waren geworden met het Christendom, op politiek en kerkelijk gebied van deze vrijhouden en hij verzocht daarom den keizer te Constantinopel om Christelijke predikers.

Deze zond Cyrillus en Methodius tot hen in 863. (Vandaar dat de Moraviërs in 1863 het duizendjarig jubileum vierden van hun apostelen).

Deze richtten een seminarie op voor jongelieden, die zich wilden wijden aan den dienst des Heeren, zij predikten in de Slavische taal, verspreidden Slavische lectuur en oefenden den godsdienst geheel en al in de Slavische taal.

Het gevolg van dezen arbeid was, dat de Duitsche priesters, die daar al arbeidden, naar hun land terugkeeren moesten. Om de Moraviërs voor de Westersche kerk niet geheel en al te verliezen, noodigde paus Nicolaas I de beide apostelen uit, naar Rome te komen.

Ze gingen daarheen in 868 en de nieuwe paus Hadrianus II vormde met hen een zelfstandige Slavische kerkelijke provincie, Pannonië genoemd. Constantinus voelde zijn krachten minder worden, hij zag, dat zijn einde naderde en ging daarom in een klooster te Rome.

Daar heeft hij eigenlijk eerst den monnikennaam Cyrillus aangenomen. Hij stierf in 869.

Methodius werd nu, nadat hij trouw aan den Roomschen stoel beloofd had, aartsbisschop van Pannonië, maar de Duitsche bisschoppen van Salzburg en Passau klaagden over hem bij paus Johannes VIII en Swatopluk, den opvolger van Rastislav. Methodius werd weder naar Rome geroepen en daar verdedigde hij zijn nationaal-Slavische handelwijze.

Hij overtuigde den paus van de rechtvaardigheid en de doelmatigheid van zijn optreden. Met een pauselijken aanbevelingsbrief en met een Duitsch suffagraanbisschop, Wiching, keerde hij naar Swatopluk terug.

De suffagraanbisschop nam echter Swatopluk zoo tegen Methodius in, dat deze den ban over Swatopluk moest uitspreken en het geheele land met een interdict tuchtigde.

Wanneer Methodius gestorven is, weet men niet met zekerheid te zeggen.

De opgaven varieeren tusschen 881 en 900. Na zijn dood werden alle Slavische priesters verjaagd.

Deze brachten de Slavische Bijbels en de liturgie naar de Bulgaren en van daar gingen zij later naar de Russen. De Russen vieren gedachtenis op 26 Februari aangaande Cyrillus en op 18 April aangaande Methodius.

Na een uitspraak van het heilige Synode in 1863 viert de Russische kerk het feest van beide apostelen op 23 Mei. Op 18 April 1885 vierde de Russische kerk het gedenkfeest aan den dood van Methodius.

In 1380 heeft de Westersche kerk de beide apostelen ook heilig verklaard.

< >