is de waarschijnlijk aan Luther ontleende vertaling van een Hebreeuwsch woord, dat in de Grieksche vertaling gewoonlijk wordt overgezet door adder, in de Latijnsche vertaling bijna steeds door koningsslang. De basilisk is bij de Grieken en Romeinen een fabelachtig, op een slang gelijkend ondier, waarvan echter de nieuwere zoölogie het niet-bestaan heeft bewezen.
Uit de plaatsen, waar van dit dier sprake is (Jes. 11 : 8; 14 : 29; 59 : 5; Jer. 8 : 17; Spr. 23:32 [Statenvertaling: adder]), blijkt, dat we te doen hebben met een slangensoort, welker beet doodelijk is.