(1498—1552). Hij werd geboren te Gunzenhausen, als zoon van een smid.
Zijn eigenlijke naam staat niet vast (Hosiander, Hosmann, Hosandere). Hij studeerde in Leipzig en Ingolstadt en werd in 1520 priester in Neurenberg.
Naast L. Spengler werd hij sinds 1522 in die stad de ziel van de reformatorische beweging in Beieren.
Hij had een heftig temperament en kon zeer robuust in den strijd optreden. Met grooten ijver en met een taai doorzettingsvermogen drong hij aan op kerkvisitatie.
Met Schleupner bearbeidde hij de Schwabacher Visitatieartikelen als grondslag voor de kerkvisitatie van 1528 en 1529. De in de historie bekende Brandenburgei-Neurenberger kerkenorde (1533) dankt aan hem haar oorsprong.
In 1529 woonde hij het Marburger religiegesprek bij aan de zijde der Lutheranen. Het interim van 1540 was oorzaak, dat hij Neurenberg verliet.
Nu begaf hij zich tot hertog Albert van Pruisen te Koningsbergen (1549).
Deze had op de rijksdagen te Neurenberg Osianders prediking gehoord en met groote instemming.
Osiander werd nu, hoewel hij geen academischen graad bezat, predikant en later hoogleeraar in de theologie te Koningsbergen. Hij was niet bijzonder geliefd bij zijn collega’s.
Zijn aanhangers waren de lijfarts A. Aurifaber en de hofprediker Joh.
Funk. Voornamelijk door zijn disputatie met Chemnitz over de rechtvaardigmaking (24 October 1850) ontstond de z.g.n.
Osiandrische strijd. Over de leer der oorspronkelijke gerechtigheid dacht Osiander anders dan de Luthersche theologen en eveneens over de leer der rechtvaardigmaking.
Osiander stelde het volgende: de voor God geldende gerechtigheid van den mensch, op grond waarvan hij gerechtvaardigd wordt, is niet de door Christus verworven gerechtigheid, maar de wezensgerechtigheid Gods, d.i. Christus naar zijn goddelijke natuur.
Deze gerechtigheid wordt ons door het geloof niet toegerekend, maar ingestort en rechtvaardigt ons alzoo.
Dat was een terugkeer naar Rome, maar met dit verschil, dat Rome de justitia inhaerens opvat als een humana qualitas, terwijl Osiander haar opvat als een divina qualitas.
In de Formula Concordiae werd deze leer veroordeeld (art. III) en werd uitgesproken, dat de justificatio een daad Gods is buiten ons.
De Luthersche theologen hadden dan ook allen geleerd, dat de rechtvaardigmaking een juridische daad Gods was buiten den mensch en de heiligmaking een ethische daad in den mensch, waardoor de Heilige Geest den mensch een nieuw levensbeginsel instort. Niet alleen de strenge Lutheranen, zooals Flacius, Gallus e. a. stelden zich tegen Osiander, maar ook de Melanchtonianen en Melanchton zelve.De strijd werd met heftigheid gevoerd. Osiander stierf in 1552. De hertog zocht naar ververzoening der partijen (1553). Dat gelukte niet. Funk stelde zich aan het hoofd van Osianders partij. Zelfs Calvijn bestreed Osiander in zijn Institutie.
Funk mengde zich in politieke aangelegenheden en werd deswege in 1566 wegens hoogverraad onthoofd. Daardoor ontving de partij van Osiander den genadeslag.
Osiander liet vele geschriften na. Hij bewoog zich niet alleen op theologisch terrein. O.a. schreef hij een voorrede voor Copernicus’ boek: de revolutionibus orbium coelium. Hij schreef ook over de Joden. Daarenboven gaf hij uit preeken en tractaten, maar de oorzaak van den Osiandrischen strijd lag in zijn boek: De justificatione (1550). Voorts schreef hij nog De lege et Evangelio (1549) en gedurende den strijd Schmeckbier (1552).