Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Altruïsme

betekenis & definitie

Het woord altruïsme is afgeleid van het Latijnsche „alter” (Fransch: „al[u]truï”), wat „de ander” beteekent. Onder dit begrip verstaat men het aldus inrichten van het zedelijke leven, dat men zich laat beheerschen door den wensch om met terzijdestelling van zichzelf voor anderen tot nut te zijn.

Zoo is het altruïsme de tegenstelling van het egoïsme, dat vóór alles zichzelf zoekt.Deze theorie is vooral ontwikkeld door den Franschen wijsgeer Auguste Comte, den schepper van het positivisme (1798—1857). Volgens hem zou in de moraal der toekomst de eenige regel zijn het vivre pour autrui (leven voor een ander). In de ethiek van Herbert Spencer zijn soortgelijke denkbeelden te vinden; hij rekent onder de sociale deugden als een eersten plicht van hem, die goed wil leven, zich te beijveren voor het persoonlijk en algemeen welzijn zijner medemenschen.

Zuiver altruïsme is even onmogelijk als zuiver egoïsme, en het altruïsme is meer een methode dan een doel. Het is zelfs te vreezen, dat menigmaal de duivel van het egoïsme zich hult in den engelenglans van het altruïsme. Deze leer is tegen Gods Woord. Ons hoogste doel moet niet zijn, voor anderen te leven, doch alleen voor den Heere. Wanneer wij dit van harte doen, zullen wij daardoor tevens onzen naaste liefhebben als onszelven, en noch in egoïsme noch in altruïsme vervallen. Wie God vóór alles zoekt, vindt in zijn wereld vanzelf de juiste verhoudingen ; doch wie zichzelf of zijn naaste zoekt, kan, ook met de edelste bedoelingen en de grootste zelfverloochening, het ware geluk niet bezitten, en mist de ware zedelijkheid.

< >