Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Advies

betekenis & definitie

(in kerkelijke zaken). Dit is een mondeling of schriftelijk ingewonnen raad (oordeel), of een mondeling of schriftelijk geuite meening (gevoelen) in een of andere kerkelijke zaak.

Het kan door leden der kerk en haar ambtsdragers bij andere kerkelijke personen en samenkomsten; of door mindere kerkelijke vergaderingen bij de meerdere, b.v. door den kerkeraad bij de classe, door de classe bij de particuliere synode, en door de particuliere synode bij de generale synode, worden ingewonnen. Maar dan zóó, dat door zulk een advies de vrijheid en zelfstandigheid der personen en plaatselijke kerken niet te niet gedaan wordt.De beteekenis van een advies is echter zeer verschillend, nu eens zwakker dan eens sterker. In de meeste kerkelijke bepalingen is het de vertaling van het Latijnsche woord judicium, in de beteekenis van oordeel, raadgeving, zoo b.v. in art. 4 der Kerkorde, waar staat, dat in kerken met slechts één dienaar, waar zulks gewoonte is, de beroeping zal geschieden met advies der Classe of van den hiertoe door de Classe aangewezen consulent. Dit advies is geen handopening, zooals men wel eens meende, want deze werd niet door de gemeente aan de classe, maar door de classe aan de overheid gevraagd en wel om de hand te willen openen voor het traktement, dat toen door de overheid betaald werd; het is ook geen toestemming om te beroepen, want een kerk, die zelf voor het onderhoud van haar dienaar zorgt, behoeft die niet te vragen; maar het is een raadgeving en oordeel van de classe of van haar consulent, waarbij de beslissing bij bij den kerkeraad blijft berusten, en de classe (consulent) alleen leiding geeft en beoordeelt of de beroeping naar de goede orde plaats heeft. Maar in enkele andere artikelen der Kerkorde is het de vertaling van judicium in de sterkere beteekenis van overleg, bewilliging. Zoo b.v. in art. 14, waar staat, dat een dienaar zijn dienst niet voor eenen tijd mag onderlaten d. i. geen tijdelijk ontslag mag nemen, zonder advies des Kerkeraads, d. i. zonder voorafgaand overleg met en toestemming (bewilliging) van den kerkeraad. In den oorspronkelijken tekst stond er zelfs, dat het niet geschieden mocht „zonder het oordeel” (Latijn: nisi ex Synodi judicio et authoritate d. i. zonder het oordeel en de machtiging) „des particulieren Sijnodi”. „Oordeel” is daar dus de samenvatting van raadgeving en machtiging (judicium en authoritas), zie Acta der Nationale Synode van Middelburg, 1581, art. 6.

En de Synode te ’s-Gravenhage, 1586, wijzigde de uitdrukking zoo, dat het zonder advies des Kerkeraads niet geschieden zal. Advies heeft hier dus de beteekenis van overleg en bewilliging. Zie verder het woord „advies” in artt. 38, 47, 50, 75, 76, 77 der Kerkorde van de Gereformeerde kerken in Nederland.