Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Schaap, egbert rubertus derk

betekenis & definitie

Geb. Nigtevecht 4 juli 1862, overl.

Ankeveen 24 mei 1939. Was gehuwd met de schilderes H. J. W. van der Pek. Woonde en werkte in Nigtevecht, Amsterdam, Vreeland 1887, Nigtevecht 1888, Amsterdam 1889-1896, ’s-Graveland tot 1924, daarna in Ankeveen (ook in Kortenhoef). Leerling van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (1881-1884) en van de Rijksakademie aldaar (1880-1887) o.Lv.

R. Stang, A. Allebé en B. Wijnveld jr. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde bosachtige landschappen, watergezichten, o.m. langs de Vecht, bloeiende vruchtbomen; ook maakte hij stadsgezichten, o.a. van Amsterdam. Gaf les aan C.J.

Maks. Was sedert de oprichting (in 1880) lid van ‘St Lucas’, later (in 1913) voorzitter en was lid van ‘Arti et Amicitiae’ in de hoofdstad.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, enz. 1887-1903: avond in het bos; een bosweg; het eikendal; aan de vecht; nazomer (aquarel); na de bui (aquarel); avond aan het IJ; bloeimaand; aan het Gein; de Vecht bij Vreeland (aquarel); rododendrons; schemering (aquarel); enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: Felsenmeer; bloeiende weide (beide gem. E.R.D. Schaap 1912). EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: landschap met bloeiende bomen. HAARLEM -Frans Halsmuseum: buiig weer. HILVERSUM werk in ‘de Vaart’.

Luns; Lurasco; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall II en port.; Waller.