Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Wijnveld

betekenis & definitie

Barend; geb. Amsterdam 13 augustus 1820, overl.

Haarlem 18 februari 1902. Signeerde B. Wijnveld jr. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1892, daarna in Haarlem. Professor aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten sedert 1869. Was historie- en genreschilder.

Werd in 1854 lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Werkte meermalen samen met J. H. Egenberger en P. F. N.J.

Arntzenius. Gaf om. les aan J. C. Braakensiek, C. A. Breitenstein, J.

H. Coster, D. G. Ezerman, J. H. Geerlings, J.

M. Graadt van Roggen, A.J. Ie Gras, H.J. Haverman, A. H. Koning, KI. van Leeuwen, B.

Lopes de Leao, W. Martens, D. W. Meeles, G. G. Muller, J.

H. F. C. Nachtweh, F.G. W. Oldewelt, E. R D. Schaap, A. C. Sleeswijk, H. Sluyter D. Jzn, G R H. Spoor, W. Steelink jr, H van Steenwijk, J. F. Sterre de Jong, jhr J. L. Storm van ’s-Gravesande, N. van der Waay, W. E. J. Willink en A. H. Wolterbeek.

Tentoonstellingen Groningen 1841, Amsterdam 1842 tot 1868, Leeuwarden 1859, Den Haag 1863: een ketter op de brandstapel; landmeisje leert haar hondje spreken; de goede grootvader; een paard, en figuren voor een landelijke woning.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een tekening, HAARLEM -Frans Halsmuseum: Kenau Hasselaar op de wallen van Haarlem (gem. J:H: Egenberger B. Wijnveld jr 1854).

Hist. Galerij I (bldz. 118); Kunstkronijk 1857 (bldz. 70) en 1858 (bldz. 57).

Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Wurzbach.