De tegenwoordig vrij verkrijgbare geneesmiddelen tegen wratten, mee-eters en etterbuilen bevatten vaak stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Degenen met een onzuivere huid die vertrouwen op de therapieën van onze voorouders kennen deze problemen niet.
Als men last heeft van snel elkaar opvolgende mee-eters en pukkels, ‘dan kan men er op de volgende wijze van afkomen: men neemt stiekem een zwarte bezem mee naar de eerste de beste kapel en werpt hem daar door de deur naar binnen’. (Birlinger, Volkstümliches aus Schwaben)
Of: als men door steenpuisten geplaagd wordt, ‘dan gaat men op een morgen voor zonsondergang het bos in, en zoekt men een dwars over het pad gegroeide braamstruik waar men drie keer onder en weer onder vandaan kruipt’. Daarbij prevelt men de namen van de heilige drie-eenheid. (Voor de eeuwigheid bewaard in het Schweizerischen Archiv für Volkskunde, 1897)
Nogal asociaal is het volksgeneeskundige advies dat Johann Adolf Heyl in Volkssagen, Bräuche und Meinungen aus Tirol aandraagt: ‘Men kerft in een stuk hout net zo veel inkepingen als de patiënt steenpuisten heeft. Dit stuk hout laat de zieke ongemerkt op de straat vallen. Wie het opraapt neemt alle zweren over van de patiënt, die ze dan kwijt is.’
→Volksgeneeskunde.