Van de oudheid tot aan het begin van de nieuwe tijd golden demonische krachten als aanjagers van hagelbuien die de oogst vernietigden, en onweer beschouwde men als een straf van God of de goden. Ook heksen werden verdacht van hagel maken.
Tot de verdedigingsmaatregelen behoorden toverformules of het laten zakken van de broek, om met het naakte achterwerk de hagel schrik aan te jagen en tot omkeren te bewegen. Tegenwoordig schiet men indien nodig met militaire vliegtuigen zilverjodide in de wolken om van de hagelstenen weer regendruppels te maken.
→ Achterwerk, → Afweertoverij.