Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

ZALVING

betekenis & definitie

De z. met olie kon een profaan of een sacraal karakter dragen. Wanneer David zich zalft, nadat zijn kind gestorven is, hebben wij met een gewone handeling te doen, vgl. ook Dan. 10 : 3.

Doch er was daarnaast een z., die ten doel had de wijding van het met de olie overgoten voorwerp, b.v. Gen. 28 : 22; Ex. 30 : 26—30) of van de overgoten persoon. Priesters, koningen en ook wel profeten werden gezalfd, zie Ex. 40 : 13—15; Lev. 8 : 12; 1 Sam. 10 : 1; 1 Kon. 19 : 16. Dat drukt uit verordinering en bekwaammaking. Zie verder Messias. Ex. 30 : 22—33 wordt de samenstelling van de heilige zalfolie nauwkeurig aan Mozes voorgeschreven, evenals het gebruik, dat Mozes er van maken moet. Deze zalfolie mag niet worden ontwijd door gewoon gebruik noch worden nagemaakt. Zij bestaat uit 500 sikkel vanzelfgevloeide mirre, 250 sikkel welriekende kaneel, 250 sikkel welriekende kalmoes, 500 sikkel kassie en 1 hin olie. De zalfolie is zinnebeeld van de H. Geest.In het N.T. komt Matt. 6 : 17 de z. voor als gewone, huiselijke daad. Een overdrachtelijk gebruik lezen we vooreerst Marc. 6 : 13; Jac. 5 : 14, waar z. de aanduiding is van de wonderbare genezing van zieken. In soortgelijke zin wordt het gebruikt van de z., die Maria Jezus gaf als bewijs van liefde, naar de bedoeling Gods tevens als voorbereiding van Zijn begrafenis. Ook Openb. 3 ; 18 kan tot deze groep worden gebracht, evenals de z. van het lichaam van Jezus na Zijn sterven, vgl. Marc. 14 : 8; Luc. 7 : 38, 46. Dan wordt z. gebezigd van de toerusting tot het ambt van Jezus door de Vader, waarbij aangesloten wordt bij de symboliek van het zalven in de oude bedeling, Luc. 4 : 18; Hand. 4 : 27; 10 : 38; Hebr. 1 : 9. Jezus heet Gezalfde, Christus. En zoals Hij gezalfd is, zijn ook de zijnen, de Christenen, gezalfden, 2 Cor. 1 : 21; 1 Joh. 2 : 20, 27. De z. in de eigenlijke zin van het woord geschiedde met de vluchtige olie, die aan onze reukwaters doet denken.

< >