1 Sam. 23 : 28, rots dergenen die van elkaar gaan, elkander ontwijken. Daarom heeft De Groot vertaald: „Daarom noemt men die plaats de Rots der Scheiding”.
Door Conder is gedacht aan een ravijn ten O. van Karmel en N.O. van Tell Maïn, dat de naam draagt el-Malāqi.