Zie over deze koning van Basan, die door Mozes en de Israëlieten werd verslagen, Amorieten. De vernietigende slag tegen Og vond plaats bij Edreï.
De Israëlieten namen zijn land in bezit, Num. 21 : 31—35. Zijn gebied kwam aan de halve stam Manasse, Deut. 3 : 13, 14. Zie over de omvang van dit gebied ook Deut. 3 : 10; Joz. 12 : 4, 5; 13 : 12. Og was alleen overgebleven van de rest der Refaïeten. Deut. 3 : 11, waar dit staat, wordt nog opgemerkt: „Zijn rustbank was een ijzeren rustbank; staat zij niet in Rabba der Ammonieten? Negen el is zij lang en vier el breed, naar de gewone el.” Men denkt ook wel aan een sarcophaag van bazaltsteen. Og zal een buitengewoon lange man geweest zijn, al is het mogelijk, dat hij een buitengewone rustbank heeft laten maken, om de mensen onder de indruk te brengen van zijn bijzondere gestalte.