Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

MANNA

betekenis & definitie

Nadat de Israëlieten van Elim waren voortgereisd, murmureerden zij in de woestijn Sin. Toen deed de Here de belofte: Zie Ik zal voor ulieden brood uit de hemel regenen, en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke dagmaat op haar dag, Ex. 16 : 3.

Ook in andere Bijbelplaatsen wordt uitgesproken, dat God het volk verootmoedigde en liet hongeren en spijsde met het man, Deut. 8 : 3, dat Hij brood uit de hemel gegeven heeft voor hun honger, Neh. 9 : 15. In de Ps. wordt gezegd, dat Hij de deuren des hemels opende en op hen het man regende, Ps. 78 : 24. Hij verzadigde hen met hemels brood, Ps. 105 : 40, een woord, dat de Heiland zelf aanhaalde, Joh. 6 : 31. Het m. heeft een bovennatuurlijk karakter; het werd door Mozes voorspeld, Ex. 16 : 4, het verscheen onverwacht, Ex. 16 : 14, Israël gebruikte het tijdens de uittocht, Ex. 16 : 35; het viel alleen daar, waar het volk was, een gomer voor een hoofd, Ex. 16 : 16, het kwam niet op de sabbat, Ex. 16 : 29—31; de zonnewarmte deed het smelten, maar men kon het koken, Ex. 16 : 23; Num. 11 : 8. Het Boek der Wijsheid zegt dan ook: Want hetgeen van het vuur niet verdorven was, dat versmolt ganselijk, zijnde verwarmd van een kleine straal der zon, 16 : 27. — Men heeft een natuurlijke verklaring gegeven, maar de geleerde Kaiser, die zich hiermee bezig hield, schreef dat deze niet was voor hen, die het bovennatuurlijk karakter van het m. geloven. Er leven op de tamariskenstruiken van het Sinaï-schiereiland twee soorten van schildluizen, Trabutina en Najacoccus; deze luizen zuigen sappen uit de zeefvaten van de tamariskentakken, en dit sap wordt in het lichaam van deze diertjes omgezet in een suikerhoudende stof, die daarna wordt uitgescheiden; daardoor vindt men „mannakorrels” op de tamarisken. Deze „Sinaï-manna” wordt door de Bedoeienen verzameld; eventueel nog „aangelengd” door een kleverige substantie, welke uitgescheiden wordt door de m.krekel (Melampsalta musiva). Dit „m.” wordt door de monniken van het Sinaïklooster verhandeld; het is duurzaam, in tegenstelling met het Bijbelse m., dat niet bewaard kon worden tot de volgende dag, tenzij deze een sabbat was, Ex. 16 : 19—20. Buitendien is de oogst van dit tegenwoordige Sinaï-m. veel te gering om als voedsel voor een volk te dienen (500—600 pond per jaar volgens Burckhardt, Reisen in Syrien, Palästina und der Gegend des Berges Sinai II, bl. 955). Daarnaast is er ook een „manna korstmos ; de „m.” hiervan wordt met de mossen door de wind weggevoerd b.v. in Marokko; deze komt echter niet voor op het Sinaï-schiereiland. Buitendien vermeldt Kaiser, dat het huidige Sinaï-m. niet gelijkt op korianderzaad, wat met het Bijbelse manna wel het geval was. — De naam „man” wordt verklaard met de vraag der Israëlieten „man hoe” (wat is dat? is dit man?). Zie verder Tamarisk.

< >