„bij een heuvel behorend”, een grote stad, als een der koninklijke steden (Joz. 10 : 2) in Benjamin (Jes. 18 : 25) een Levietenstad (Joz. 21 : 17). Het is één van de moeilijkheden in de geografie van Palestina om de ligging van dit G. te weten.
Meestal wordt aangenomen, dat het lag ter plaatse van het dorpje Ed-Dsjib, een Arabisch gehucht ongeveer 1½ uur ten N. van Jeruzalem. Maar Alt heeft het opgenomen voor Tell en Naçbe. Deze heuvel is afgegraven, en volgens dat onderzoek moeten wij daar wel denken aan Mizpa. Daarom blijft er wel het meest voor te zeggen, om G. te zoeken in Ed-Dsjib. Buitendien kan de vijver van G., 2 Sam. 2 : 12, de O.lijk van Ed-Dsjib gelegen bron en vijver wezen, en de grote steen, waar Joab Amasa vermoordde, 2 Sam. 20 : 8, de NO.lijk van het dorp liggende steen zijn van 3,8 m lengte 1,12 m breedte 1,2 m hoogte. En de hoogte van G. kan dan wezen Nebi Samwil, 895 m hoog, een heuvel, die domineert in wijde omgeving tot Jeruzalem toe (dat hier 8 km vandaan is) terwijl deze hoogte maar 2 km van Ed-Dsjib is verwijderd, wat zelf 773 m hoog is, zodat de hoogte van G. nog 112 m boven de oude stad verrees. Daar was de voornaamste hoogte, 1 Kon. 3 : 4, daar was de tabernakel tijdelijk gevestigd, 2 Kron. 1 : 3, en daar had Salomo zijn droom, 1 Kon. 3 : 5—15.
