eerder Marcus Annaeus Novatus, een broer van Seneca, werd geadopteerd (officieel als zoon aangenomen) door Lucius Junius G. en heette toen Junius Annaeus G. Hij werd proconsul of stadhouder van de Rom. provincie Achaje met hoofdstad Corinthe, toen Paulus in deze stad vertoefde.
De naam van G. komt voor in een te Delphi gevonden inscriptie; dat stelt ons in staat ten naaste bij de datum van Paulus’ verblijf te Corinthe te bepalen. Toen de Joden Paulus voor de rechterstoel van G. brachten, weigerde de stadhouder naar hen te horen, trad zelfs niet op, toen het gepeupel van Corinthe Sosthenes, de overste van de synagoge, voor zijn rechterstoel afranselde, Hand. 18 : 12—17. G. werd evenals zijn broeder Seneca door keizer Nero ter dood gebracht.
