was bij de Grieken een staatje in het N. van de Peloponnesus. Tijdens de Rom. heerschappij werd Griekenland verdeeld in 2 prov.: Macedonië en A. (vgl.
Rom. 15 : 26). Toen omvatte A. het schiereiland Peloponnesus en Griekenland tot aan Thessalië. De hoofdstad was Corinthe (vgl. 2 Cor. 1:1) waar de proconsul („stadhouder”) resideerde; een er van was Gallio, Hand. 18 : 12. Als Rom. provincie komt A. in het N.T. voor, Hand. 18 : 27; 19 : 21; 1 Cor. 9 : 2; 1 Thess. 1 : 7, 8.