Zweer
v. (zweren), plaatselijke aandoening aan de oppervlakte van slijmvlies- of huidweefsel waardoor weefselverlies ontstaat met ontwikkeling van bacteriën en ettervorming: een zweer aan de vinger; een rijpe zweer, die doorgestoken kan worden om de etter te laten uitvloeien ; — ook fig. ZWEERTJE, o. (-s), kleine zweer.