Wat is de betekenis van Paradijs?

1) (1835) (< Fr. paradis) (ton.) idem als engelenbak*. • De meeste stemmen kwamen van boven, uit den Engelenbak , anders gezegd het Paradijs. (Vaderlandsche letteroefeningen, Deel 2. 1835) • Er zijn toeschouwers of liever aanhoorders, die bij het tekstboekje eene lijst der leidmotieven raadplegen; anderen brengen de partitie mede, nog...

Paradijs, de lusthof, Hof of tuin van Eden, waarin Adam en Eva voor de zondeval woonden; de hemel; (fig.) lieflijke, uitbundige plek in het landschap, fraaie tuin; (fig.) ideale omgeving en situatie. Zie ook Eden. Aards paradijs, het paradijs op aarde, een ideale plaats op aarde (als tegenhanger van paradijs in de betekenis ‘hemel’). Paradijselijk...

paradijs - zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-ra-dijs 1. volmaakte tuin waar Adam en Eva woonden ♢ Adam en Eva woonden volgens de bijbel in het paradijs 2. heerlijke plek met mooie natuur ♢ zij...

Paradijs - (Vlaams) engelenbak in de schouwburg. Zo genoemd omdat de zitbanken het hoogst gelegen zijn. Vgl. Fr. paradis; Eng. paradise; Du. Paradies.

in de bijbel het tehuis van het eerste mensenpaar, maar in nabijbelse tijd ook de plek van eeuwige gelukzaligheid voor de rechtvaardigen na hun dood. Oorspronkelijk betekent pardes ‘tuin’ of ‘park’ en het is een Perzisch leenwoord dat de vertalers van de Septuaginta in de vorm paradeisos gebruikten om het Hebreeuwse Gan Eden...

Paradijs is een aan het Perzisch ontleend woord dat ‘tuin’, ‘park’, of ‘hof’ betekent. In de bijbel wordt het voor het eerst genoemd in Prediker 2: 5 en Hooglied 4: 13. De Griekse vertaling van het oude testament, de Septuagint, gebruikt dit woord voor de tuin in Eden uit Genesis 2 en 3, en zo is paradijs het begrip geworden voor de plaats van de g...

Paradijs - Zie: Polen.

Wie zichzelf in een droom in een paradijs waant, verlangt naar rust, naar een beetje geluk in z’n eenzaamheid of aan de zijde van een dierbaar mens.

zie God.