Wat is de betekenis van Zenuwen?

(1942) (inf.) als eerste deel van een samengesteld woord om aan te duiden dat wat volgt vervelend, lastig, naar is. • Natuurlijk van eigen troepen, die elkaar aan 't vermaken waren, want tussen hier en Bolrijk is zelfs geen Duitse vlo meer achtergebleven. En Bolrijk was een senuwe-stad, zei Quinten. (A. Roothaert: De vlam in de pan. 1942)

zenuwen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zenuw

zie pak.

van elkaar geïsoleerde zenuwvezels, die door een bindweefselachtige omhulling worden bijeengehouden. De zenuwvezels zijn de lange uitlopers van de hoofdzakelijk in de hersenen en het ruggemerg liggende stervormige zenuwcellen (neuronen). Men onderscheidt de zenuwen in: 1. waamemingszenuwen, die een prikkel van een zintuig naar het centrale zen...

zie Zenuwstelsel.

lange draden bestaande uit bundels zenuwvezels (neurieten) met er tussen bindweefsel en door bindweefselschede omgeven. Afferente zenuwen voeren impulsen van de periferie naar het centrum, efferente zenuwen geleiden impulsen in tegengestelde richting.

zijn lange draden, samengesteld uit bundels zenuwvezels, met daartussenin bindweefsel, en omgeven door een bindweefselschede of epineurium. Elke vezel is een neuriet, d.i. de uitloper van een zenuwcel, die gelegen is in het ruggemerg, in de hersenen of in een ganglion. Sommige vezels, de sensibele, brengen gevoelsprikkels over...

zie Zenuwstelsel.

Zenuwen - Nervi, de tot grootere of kleinere bundels vereenigde, door het geheele lichaam verbreide uitloopers der zenuwcellen, waarlangs indrukken in centripetale richting van de Peripherie naar de centraalorganen (hersenen, ruggemerg, ganglia) en omgekeerd de prikkels tot beweging centrifugaal worden voortgeleid. De zenuwen vormen met de centraal...