Wat is de betekenis van zenuwcel?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zenuwcel

zenuwcel - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) een zeer belangrijke cel in het zenuwstelsel die prikkels en impulsen opvangt, geleidt en doorgeeft In de hersenen zitten zo'n 100 miljard zenuwcellen. Woordherkomst samenstelling van zenuw en cel Synoniemen neuron Verwante...

2024-04-20
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

zenuwcel

Cel die de basiseenheid van het zenuwstelsel vormt. Alle cellen van de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen bestaan uit zenuwcellen. Ze zijn allemaal opgebouwd uit een cellichaam en een lange uitloper (axon) met vertakkingen (dendrieten). Zenuwcellen geleiden elektrische signalen, zoals een metalen stroomsnoer dit ook doet. Het elektrische signaa...

2024-04-20
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

zenuwcel

zenuwcel - Zie neuron.

2024-04-20
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

zenuwcel

of neuron, grondeenheid van zenuwstelsel. Is prikkelbaar en bezit geleidend vermogen. Bestaat uit een cellichaam met kern en één of meer uitlopers in twee soorten: kleine, goed vertakte dendrieten en lange, zo goed als niet vertakte neurieten. Dendrieten geleiden impulsen naar het cellichaam, neurieten geleiden „van het cellich...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zenuwcel

v. (-len), elk der van uitlopers voorziene cellen waaruit het zenuwstelsel is opgebouwd.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zenuwcel

v. zenuwcellen (cel, deel uitmakend van het zenuwstelsel, neuron).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zenuwcel

v. (-len) een der cellen waaruit een zenuw bestaat: de vertakkingen van een heten neurieten, deze lopen verder uit in dendrieten.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zenuwcel

v./m. (-len), neuron, ganglioncel, celtype dat het hoofdbestanddeel vormt van zenuwweefsel, met als specifieke eigenschappen prikkelbaarheid, impulsgeleidingsvermogen en autonome produktie van impulsen. (e) Een zenuwcel bestaat uit het zenuwcellichaam (soma of perikaryon) en een of meer uitlopers. In het algemeen is er één lange uitlo...