Wat is de betekenis van ZATE?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zate

zate - Zelfstandignaamwoord 1. landgoed

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Zate

(zaat) landgoed; grondslag waarop een dijk huist

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zate

1. Zitting (van een stoel, een fauteuil enz.); - vand. ook: zitplaats; stoel, fauteuil enz. De Burchtheer rees uit zijn zate, TEIRLINCK 1952, 1, 199. Hij gaat in de brede zetel zitten. De zate ligt wat hoog en zijn voeten raken de grond niet meer, TEIRLINCK 1952, 2, 210. Dan gebeurde het... zondags in de vroegmis, dat gelovige kristenen, die zich...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zate

v. (-n), 1. (waterb.) grondslag waarop iets, inz. een dijk, rust, staal: middelen om tot een stevige zate voor de dijk te geraken ; het stortebed onder de zate der aanplemping ; 2. bij eb droogvallend gedeelte in een haven langs een beschoeiing of bekledingsmuur ; 3. bezitting, hoeve, landgoed (vgl. havezate); 4. (Zuidn.) zi...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zate

('za:tə) v. (-n) [~ zitten] I. [dat waarop iemand, gezeten, gevestigd is] hoeve, landgoed. II. 1. Algm. dat waarop iets gezeten is, rust: de van een dijk. 2. Inz. a. ligplaats voor schepen in het zand van een haven. b. Utbr. scheepstimmerwerf.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zate

v./m. (-n), 1. (waterbouwkunde) grondslag waarop iets, m.n. een dijk, rust, staal; 2. bij eb droogvallend gedeelte in een haven langs een beschoeiing of bekledingsmuur; 3. bezitting, hoeve, landgoed (havezate).

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

zate

zate - v., bezitting; landgoed.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZATE

ZATE, v. (-n), (waterb.) waarop iets rust, steunt, de staal: middelen om tot eene stevige zate voor den dijk te geraken; het stortebed moest onder de zate dier aanplemping geheel worden opgeruimd tot op den zuiveren grond; — hoeve, landgoed, buitenplaats (ook ZATHE gespeld); — (Zuidn.) zitting van een stoel, zetel; scheepstimmerwerf ;...