Wat is de betekenis van witte boon?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

witte boon

(19e eeuw) (spot.) infanterist. Syn.: ballo*; bok*; bokkenpoot*; ezel*; heimarinier*; infantroos*; kever*; meelmuis*; piot*; sjamfoeter*; zandhaas*. • Boon, (Witte - (mil.) scheldnaam voor een infanterist, naar de witte biezen, die de infanterie vroeger droeg. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukki...

2024-04-29
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Witte boon

Witte boon - spotnaam voor een infanterist. Sedert ca. 1860. De infanterie-kleding was vroeger voorzien van witte biezen. Zie zandhaas.

2024-04-29
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

witte boon

Peulvrucht die in gedroogde toestand wordt gebruikt. Zij zijn afkomstig van rijp geworden en speciaal hiervoor verbouwde sperziebonen, snij- en pronkbonen.

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

witte boon

(soldatentaal, verouderd) infanterist. Boon, (Witte (mil.)) scheldnaam voor een infanterist, naar de witte biezen, die de infanterie vroeger droeg. (Woordenschat. Verklaring van woorden en uitdrukkingen onder redactie van Taco H. de Beer en dr. E. Laurillard, 1899)

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Witte boon

is een rijpgeoogste boon met witte zaadhuid. Zowel in de akkerb. als in de tuinb. heeft men witzadige rassen. W.b., die in Ned. in consumptie komen, zijn óf witte landbouwstambonen, die in Ned. (vooral Zeeland) zijn geteeld of die zijn geïmporteerd, óf zaaizaadrestanten uit de tuinbouw (z. Boon).