Wat is de betekenis van WETENS?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

wetens

- wetens en willens, willens en wetens.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

wetens

In de uitdr. wetens en willens, in de standaardt. steeds in de omgekeerde volgorde: willens en wetens. Zijn schuld stond vast en zijn schaamteloosheid niet minder. Hij had wetens en willens een moordpoging beraamd en ze uitgevoerd bij de eerste gelegenheid, BIJDEKERKE 1948, 155. Waarom heb ik die Pool wetens en willens in zijn nationaliteit...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wetens

adv., wit(t)ens; willens en —, wittens en mienens.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wetens

bw. in de uitdr. willens en wetens, voorbedachtelijk, opzettelijk.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wetens

bw. (uit wetend-s): willens en wetens, d.i. opzettelijk, voorbedachtelijk.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wetens

(‘we:tdns) bw. → willens.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WETENS

WETENS, bw. willens en wetens, voorbedachtelijk, opzettelijk.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)