Wat is de betekenis van vrezen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vrezen

vrezen - Werkwoord 1. (ov) bang zijn, angst hebben Er wordt gevreesd dat het broeikaseffect ernstige gevolgen gaat hebben. Synoniemen duchten Verwante begrippen vrees

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vrezen

vrezen - regelmatig werkwoord uitspraak: vre-zen 1. er angst voor voelen ♢ ik vrees de dood 1. hij heeft niets te vrezen [hoeft nergens bang voor te zijn] 2. we vr...

2024-04-27
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

vrezen

bang zijn voor.

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

vrezen

(vreesde, heeft gevreesd), onoverg,, bang zijn. Nauwelijks was de buur weg of Ma Akoeba begon het kind te slaan, ‘wat had je voor reden om te vrezen’, tierde ze (Bradley 1975: 29). - Etym.: In AN veroud. - Samenst.: vreeswiel.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vrezen

v., freze, freezje, soargje, soarch hawwe, ducht(sj)e, grouwelje; ik vrees, my eanget, my griist, it eanget my; iets —, it earne net op (stean) hawwe; ik vrees het ergste, it leit my forkeard op ’e lea; — dat het niet goed met iem., iets afloopt, noed mei immen, eat hawwe, oer immen, eat yn sitte...

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrezen

(vreesde, heeft gevreesd), 1. ontzien, duchten: God, zijn ouders vrezen ; 2. vrees gevoelen : voor iem. of iets vrezen, bang voor iem. of iets zijn ; de dood vrezen : niets te vrezen hebben, niet bang hoeven te zijn dat ons leed zal geschieden; 3. duchten, bekommerd zijn dat iets ongewensts zal plaats hebben,...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vrezen

vreesde, heeft gevreesd: 1. angst gevoelen, duchten: de dood vrezen, het gevaar vrezen; iem. vrezen; niets te vrezen hebben; vrezen voor zijn leven; het is te vrezen dat; 2. ontzag hebben voor, ontzien: spreuk; Vrees God, eer den Koning, heb eerbied, ontzag voor; godvrezend.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrezen

(vreesde, heeft gevreesd) 1. vrees gevoelen voor, bang zijn voor : iemand -; de dood -.Syn. duchten. 2. vrezen dat enig kwaad zal komen over : ik vrees voor de zieke; niets te hebben; ik vrees (ervoor) dat hij te laat zal komen; het is te dat... 3. ontzien, duchten : vrees God; het gevaar -. God.