Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

vrezen

betekenis & definitie

vrezen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vre-zen

1. er angst voor voelen
ik vrees de dood
1. hij heeft niets te vrezen
[hoeft nergens bang voor te zijn]
2. we vrezen het ergste
[zijn bang dat er iets heel ergs zal gebeuren]
3. er wordt voor zijn leven gevreesd
[ze zijn bang dat hij doodgaat]

Regelmatig werkwoord: vre-zen
ik vrees
jij/u vreest
hij/zij vreest
wij/zij/jullie vrezen
ik/jij/u/hij/zij vreesde
wij/zij/jullie vreesden
hij heeft gevreesd
de/het/een gevreesde ....
vrezend, vrezende

Synoniemen
duchten

< >