Wat is de betekenis van Vaccin?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vaccin

vaccin - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) uit verzwakte ziekteverwekkers bestaande entstof om afweer op te bouwen Synoniemen vaccine

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vaccin

vaccin - zelfstandig naamwoord uitspraak: vac-cin 1. vloeistof waarmee je wordt ingeënt om te voorkomen dat je ziek wordt ♢ er is nog geen goed vaccin tegen malaria gevonden Zelfstandig naamwoord: vac-cin het vaccin...

2024-04-27
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

vaccin

Vloeistof die de dokter in je lichaam spuit zodat je daarna de infectieziekte waartegen dat vaccin gericht is niet meer kunt krijgen (uitspraak: vak-SÈ). De vaccinvloeistof die wordt ingespoten, bestaat uit een mengsel van gedode of verzwakte bacteriën of virussen of van onderdelen daarvan. Kijk ook bij vaccinatie, dktp-vaccin, bmrw-vaccin, HPV-v...

2024-04-27
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

vaccin

Op welk woord gaat vaccin terug? a op het Latijnse vacca (‘koe’) b op het Latijnse vacuus (‘onbeschermd’) c op het Oudfranse vacille (‘veranderlijk’).

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Vaccin

[Fr., van Lat. vaccinus = v. koeien, van vacca = koe] entstof waarmee door inspuiting het organisme immuun wordt gemaakt voor bep. infectieziekten; bestaande uit gedood of levend virus, dode of afgezwakte bacteriën, of afscheidingsprodukten van bacteriën.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vaccin

entstof

2024-04-27
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

vaccin

preparaat dat bestaat uit een oplossing van dode of verzwakte micro-organismen, of uit een oplossing van onschadelijk gemaakt bacteriegif. Na inenting veroorzaakt een vaccin geen of weinig ziekteverschijnselen, maar leidt het wel tot de vorming van antistoffen. De patiënt is dan bepaalde tijd onvatbaar voor de desbetreffende ziekte.Er zijn vac...

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vaccin

[Fr. vaksẽ'] (Lat.: vacca = koe), entstof; 1. de lymf uit een koepokblaar, de entstof tegen mensenpokken, werd voor het eerst gebruikt door Edward Jenner in 1798. Dit vaccin bevat afgezwakte pokkenverwekkers, die de mensen immuun maken tegen de pokken; 2. in de moderne geneeskunde alle entstoffen die afgezwakte ziekteverwekkers bevatten.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Vaccin

uit verzwakt virus of bacteriën vervaardigde inentingsstof; zie Inenting.