uw ja zij ja, uw neen zij neen
men moet kunnen vertrouwen op wat u zegt, uw uitspraken dienen consequent te zijn.
J. van Delden (1982)
men moet kunnen vertrouwen op wat u zegt, uw uitspraken dienen consequent te zijn.
J. van Delden (1982)
Men moet kunnen vertrouwen op wat u zegt, uw uitspraken dienen consequent te zijn. Uit de bergrede: Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze (Mat. 5: 37). Vgl. 2 Kor. 1:17-20, Jak. 5:12.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: