uitzonderen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
uitzonderen - Werkwoord 1. (ov) buiten een bepaalde regel plaatsen Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en zonderen (verouderd werkwoord) "afscheiden"
Van Dale Uitgevers (1950)
(zonderde uit, heeft uitgezonderd), 1. uit een geheel, een massa afzonderen: hij krijgt alles, ik zonder niets uit; 2. buiten anderen stellen, uitsluiten, niet doen vallen onder een regel, voorschrift enz. : de wet zondert niemand uit; dit geval is van die regel uitgezonderd ; — zich uitzonderen, zich onderscheiden...
M. J. Koenen's (1937)
zonderde uit, h. uitgezonderd (afzonderen, ter zijde stellen; uitsluiten): de wet zondert niemand uit; zich uitzonderen, zich onderscheiden van anderen.
Jozef Verschueren (1930)
('uit) (zonderde uit, heeft uitgezonderd) 1. ter zijde leggen, afzonderen. 2. ter zijde stellen, niet meerekenen : de wet zondert niemand uit; uitgezonderd deze twee gevallen, gaat de regel altijd op. Syn. uitsluiten. 3. zich -, zich onderscheiden : zich met een bruinzijden das -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(zonderde uit, heeft uitgezonderd), 1. uit een geheel, een massa afzonderen: hij krijgt alles, ik zonder niets uit; 2. uitsluiten: de wet zondert niemand uit.
Instituut voor de Nederlandse taal
uitzonderen ww. 'terzijde stellen, uitsluiten' categorie: geleed woord ◆ 400 Mnl. uytsonderen 'terzijde stellen, niet meerekenen' in van enighen goede dat hi wtsondert 'van enig bezit dat hij niet meerekent' [15e eeuw; MNW], sonder enige condiciën, exceptiën of yet after te houden of uut te sonderen '...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: