Wat is de betekenis van uitdrogende ziekte?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitdrogende ziekte

(17e eeuw) (euf.) tering. • Uitdrogende ziekte, tering: (1666) den 28e janvier ... overleedt hier van een uijtdrooghende sieckte d'heer Olivier Weesaert. Pol. boeck. 10, 7. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)