uber
uber (-er, -er), - (Lat.) overvloedig, vruchtbaar.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. over; boven; onder; der Kessel hängt über dem Feuer, de ketel hangt boven het vuur; ich hänge den Kessel über das Feuer, ik hang de ketel boven het vuur; über dem Lesen ist er eingeschlafen, onder het lezen (al lezende) is hij ingeslapen; klug über sein Alter, verstandiger dan voor zijn leeftijd te verwachten is; &u...
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
I. gen. ūbĕris, c. 1. eig., overvloedig, rijk, vruchtbaar, onus, groot, zwaar, Pl., ager, Liv., rivus, Hor., bellum, rijk aan buit, Iust., uberior solito, waterrijker, Ov., c. abl. (aan), arbor niveis uberrima pomis, Ov., c. gen. (aan), regio plumbi uberrima, Iust.; rijkelijk, overvloedig, fruges...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: