tuttebel, tuttebol
(1971) (scheldw.) truttig meisje. Uitbreiding van tut. Uit de meisjestaal. (zie F. Jansen: Van apekop tot zielepoot). Variant van totebel (reeds opgetekend in 1640, tote-belle). Zie ook truttebol. • Zij noemt zichzelf behoudend, „maar in mijn denken ben ik beslist geen tuttebol”. (Algemeen Dagblad, 19/08/1971) • Zo hebben we...