Wat is de betekenis van tante tuttebel?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tante Tuttebel

(1995) (spot.) tutterige vrouw. • Als ik nu kijk naar de vrouwen die op Nijenrode rondlopen, dan denk ik wel eens: góh, wat waren wij tante-tuttebellen. (Opzij, januari 1995)

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

tante tuttebel

tuttige vrouw. Kijk onder tut en tuttebel. Als ik nu kijk naar de vrouwen die op Nijenrode rondlopen, dan denk ik wel eens: góh, wat waren wij tante-tuttebellen. (Opzij, januari 1995)