Wat is de betekenis van Tuchthuis?

2023-12-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tuchthuis

tuchthuis - Zelfstandignaamwoord 1. gevangenis voor misdadigers 2. tuchtschool Woordherkomst samenstelling van tucht en huis Synoniemen [1] gevangenis, penitentiaire inrichting, huis van bewaring

2023-12-10
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Tuchthuis

zie Gevangenis.


Direct alle 14 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-10
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Tuchthuis

Degene die hier opgesloten zit, gaat opnieuw beginnen - dit is meestal het eenvoudige leven waarnaar hij al geruime tijd verlangt. Andere symbolen zouden moeten verduidelijken of men in deze nieuwe levensperiode gelukkiger zal worden. (Zie ook ‘Gevangenis’).

2023-12-10
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

TUCHTHUIS

Lwd. is vrijwel de enige stad in Frl. die met weinig onderbreking van 1598-1837 een T. heeft gehad, eerst stedelijk, toen prov. De spinhuizen van Bolsward, Sneek en Workum waren geen vrouwengevangenissen als elders in Nederland. Het Leeuwarder T. was derde der toen. nieuwe strafgestichten (Amsterdam 1596, Leiden 1598). Doel was lediggang en bedelar...

2023-12-10
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tuchthuis

s.n., ticht-, rasp-, spinhús (it).

2023-12-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuchthuis

o. (...zen), strafgesticht; in N.-Nederl. gedurende de tijd van het Code Penal (1813—1886) gevangenis voor crimineel voerordeelden, wel te onderscheiden van de huizen van bewaring, waarin correctioneel veroordeelden werden opgenomen.

2023-12-10
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tuchthuis

verzwaarde vorm van gevangenis. De meeste landen kennen een onderscheid tussen de lichtere gevangenisstraf en de zwaardere T.-straf. In Ned. bestond vóór 1886 de (onterende) T.-straf als gewone straf voor misdaden Thans kent Ned. geen T. meer. In Blg. wordt dwangarbeid in T. ondergaan.

2023-12-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tuchthuis

o. -huizen; N.-N. vóór 1886, gevangenis voor misdadigers, waar zware vrijheidsstraf werd toegepast.

2023-12-10
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Tuchthuis

in Ned. vóór 1888 gevangenis v. veroordeelden tot langdurige vrijheidsstraffen; in verschill. andere landen verzwaarde vorm v. gevangenisstraf.

2023-12-10
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tuchthuis

(Oorsprong) Het eerste tuchthuis in Ned. werd opgericht te Amsterdam (Heiligeweg, op de plaats van de huidige overdekte zweminrichting) in 1595, voor dieven, deugnieten en leegloopers. Het had ten doel, de daar opgeslotenen door arbeid en godsdienst tot een behoorlijk leven in de maatschappij op te leiden. Naar het voornaamste werk, raspen van hout...

2023-12-10
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tuchthuis

(’tucht) o. (...huizen) gevangenis voor misdadigers. Syn. ➝ gevangenis.

2023-12-10
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tuchthuis

o. (-huizen), straf gesticht; oorspronkelijk inrichting voor dwangarbeid met pedagogisch doel; in Nederland vóór 1886 gevangenis voor crimineel veroordeelden; (metonymisch) tuchthuisstraf: het tuchthuis verdiend hebben.

2023-12-10
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tuchthuis

Tuchthuis - o. (...zen), gevangenis voor crimineel veroordeelden, wel te onderscheiden van de huizen van bewaring, waarin correctioneel veroordeelden worden opgenomen; —BOEF, m. (...ven), tuchteling; —MEESTER, m. (-s), kommandant eener strafgevangenis; —STRAF, v. (-fen), opsluiting in een tuchthuis.

2023-12-10
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Tuchthuis

zie Gevangenis.