Traverse
(Fr.), v. (-n).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip traverse heeft 4 verschillende betekenissen: 1) oversteek voor voetgangers. brede, meestal ongelijkvloerse oversteek voor voetgangers, die een andere verkeersader, bv. een weg, waterweg of spoorweg, kruist. 2) traject door de bebouwde kom. traject van een doorgaande weg of waterweg door de bebouwde kom. 3) dwarsstuk....
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
traverse - Zelfstandignaamwoord 1. (verhoogde of verlaagde) oversteekplaast of kruising ♢ De overlast voor het verkeer valt – tot ieders verbazing – reuze mee, geen files en nauwelijks extra verkeer elders in de stad, waaruit maar weer blijkt dat de traverse als sluiproute wordt gebruikt om van Noord naar Zui...
Prorail (2016)
Een traverse is de bovenlangse dwarsverbinding tussen perrons onderling en eventueel het stationsgebouw. De tegenhanger hiervan is de perrontunnel die onderlangs de dwarsverbinding is tussen perrons onderling en eventueel het stationsgebouw.
Bart Janssen (2013)
Een traverse is een loodrecht op de hoofdwal staande aarden wal die het geschut en de met de bediening daarvan belaste militairen moest beschermen tegen zijdelings inslaande projectielen.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
dwarshout, kruisbalk, draagbalk, bint; dwarsligger [op spoorwegen]; dwarswal; zijweg; tegenspoed, tegenslag, beletsel; se mettre à la traverse, in de weg komen; rue de traverse, zij-, dwarsstraat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: