Travers, traverse
[Fr. traverse, van Lat. transversus: zie transvers] 1 dwarslijn, dwarsrichting, dwarsstang, dwarsgang e.d.; 2 zijwaartse beweging, zijsprong van een paard; 3 het deel van een doorgaande weg dat door de bebouwde kom gaat; 4 (mil.) aarden wal te velde loodrecht op de vuurlinie ter be...