tocht
tocht - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal ongewenste) luchtbeweging ontstaan door openingen 2. het trekken of reizen 3. een soort watergang, tochtsloot tocht - Werkwoord 1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van tochten
Wiktionary (2019)
tocht - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal ongewenste) luchtbeweging ontstaan door openingen 2. het trekken of reizen 3. een soort watergang, tochtsloot tocht - Werkwoord 1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van tochten
Muiswerk Educatief (2017)
tocht - zelfstandig naamwoord 1. koude luchtstroom als twee ramen of deuren openstaan ♢ doe deur dicht, ik zit op de tocht 1. iets op de tocht zetten [het onzeker maken] 2. w...
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Een tocht door de woestijn, een onderneming vol moeilijkheden. Toen de Israëlieten Egypte hadden verlaten moesten zij veertig jaar door de woestijn zwerven voordat zij het hun Beloofde Land mochten binnentrekken. Over deze periode gaan de bijbelboeken Exodus tot en met Jozua. Veertig jaar is een heel lange tijd voor het doortrekken van de Sinaï-woe...
drs. Toine van Hoof (2017)
Op de tocht: in een kritische positie. Meestal gezegd van een kaart of van een kleur. Voorbeeld:West is tegen een SA-contract van zuid met een kleine schoppen uitgekomen voor de 10 en boer. De schoppen van zuid (of: ♠H) zitten nu ‘op de tocht’.
P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)
Poldersloot; komt voor in namen als Oude Tocht, voormalig grenswater tussen Leens en Ulrum, en Zwaluwtocht, beide lopend in de gemeente De Marne, De Tocht bij Tolbert en Tochtsloot bij Westeremden, Loppersum, Noorderhoogebrug en Groningen (Universiteitscomplex en Piccardthofplas). Tocht is verwant met het Oudfriese tîa = trekken, dus sloot me...
Marc de Coster (1998)
op de - staan, in het gedrang komen; bedreigd worden. Deze modieuze uitdr. wordt sinds de jaren zeventig gebruikt, vnl. in politieke en journalistieke kringen en meestal m.b.t. de werkgelegenheid, tot banen die in het gedrang komen. Maar dan praatje dus over verhuizingen. Dat is van een andere orde dan banen die echt op de tocht staan. (De Volkskra...
Marco Bunge (1985)
In: op de tocht staan. Dreiging dat zaken misgaan. Indien arbeidsplaatsen op de tocht staan, moet rekening worden gehouden met ontslagen. Echter, als bezuinigingen op de tocht staan, is de minister van Financiën in zak en as.
Hans Heestermans (1977)
tocht - coïtus (vgl. reis), VAN MERWEDE V. KL., R. Mintr. 94 [1651].Hij (beschouwde) de verliefde schouwplaats, waarin hij reeds drie tochten had gedaan, Eros’ L. 181 [18de e.].
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: