Synoniemen zoeken
Synoniem van tocht
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
tocht
tocht - min of meer avontuurlijke of geïmproviseerde reis. Het verloop van een zwerftocht is niet gepland; men trekt door een tropisch gebied om groot wild te observeren tijdens een safari; foto's worden gemaakt bij een fotosafari; bij een odyssee is sprake van langdurige en avontuurlijke omzwervingen. Er wordt naar iets of iemand gespeurd bij een speurtocht of onderzoekingstocht; het karakter van een expeditie is wetenschappelijk en het gebied dat men onderzoekt is weinig bekend; maar het doel kan ook verheven of mystiek zijn: de queeste. Een tocht naar een heilige plaats om daar boete te doen of de hulp van een godheid of heilige in te roepen, staat bekend als een bedevaart (in België beevaart of beeweg), pelgrimage, pelgrimstocht of pelgrimsreis (in België: begankenis). Een bedevaart naar Mekka heet een hadj. In een roei- of zeilboot kun je een ontspannen spelevaart ondernemen. Toertochten zijn voor pure ontspanning en niet als wedstrijd bedoeld (bijvoorbeeld schaatstoertochten).
Zie: reis.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Tocht
zie Reis.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
tocht
tocht - zelfstandig naamwoord
1. koude luchtstroom als twee ramen of deuren openstaan
♢ doe deur dicht, ik zit op de tocht
1. iets op de tocht zetten
[het onzeker maken]
2. wandeling of rit
♢ we maakten een tocht door de bossen
1. een stille tocht
[ter herdenking van de slachtoffers]
3. brede sloot
♢ deze tocht komt uit in het meer
Zelfstandig naamwoord: tocht
de tocht
de tochten
het tochtje