Wat is de betekenis van tinten?

tinten - Werkwoord 1. (ov) lichtjes van een kleur voorzien 2. (ov) (figuurlijk) een ideologische invalshoek bezorgen tinten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tint Woordherkomst [werkwoord]: tint met het achtervoegsel -en [zelfstandig naamwoord]: tint met uitgang -en

(tintte, heeft getint), een tint (kleur) geven, kleuren: een blos van zenuwachtigheid tintte de matheid van haar melkwit teint; getint papier, niet wit, heel licht gekleurd papier; (fig.) het artikel is sterk communistisch getint.

tintte, h. getint (kleur geven); een blos tintte zijn wangen, kleurde; blauw getint.

(’tintən) (tintte, heeft getint) 1. een tint geven. 2. kleuren : een blos tintte zijn wangen.

(tintte, heeft getint), een tint (kleur) geven: getint papier, heel licht gekleurd papier; (fig.) het artikel is sterk racistisch getint.

Tinten - (tintte, heeft getint), eene tint (kleur) geven, kleuren.