tintelen
tintelen - Werkwoord 1. prikkelen ♢ Hij had een 'slapende hand' die tintelde toen het gevoel weer terug kwam.
Wiktionary (2019)
tintelen - Werkwoord 1. prikkelen ♢ Hij had een 'slapende hand' die tintelde toen het gevoel weer terug kwam.
Muiswerk Educatief (2017)
tintelen - regelmatig werkwoord uitspraak: tin-te-len 1. voortdurend zacht prikkelen ♢ toen ik van de kou in de warmte kwam tintelden mijn handen 2. steeds even oplichten ♢ zijn ogen tintelden o...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (tintelde, heeft getinteld), 1. (onoverg.) snel achtereen geprikkeld of gekitteld worden, een fijn prikkelend gevoel ondervinden: mijn vingers tintelen; hij krijgt een sneeuwbal aan zijn oren dat ze tintelen; haar voeten begonnen te tintelen van de kou; 2. (overg., niet alg.) prikkelen. II. (tintelde, heeft getinteld), flik...
M. J. Koenen's (1937)
tintelde, h. getinteld (1 flonkeren; 2 zacht geprikkeld worden, steken): 1. de sterren flikkeren; de ogen tintelen van vreugd; 2. de vingers tintelen van de kou.
Jozef Verschueren (1930)
('tintələn) (tintelde, heeft getinteld) 1. sterk flonkeren : de sterren -. Syn. →: blinken. 2. glanzen : zijn ogen tintelden van vreugde. 3. steken, prikkelen : mijn vingers van de kou.
J.Pluim (1911)
frequ. van een oud tinten = branden; zie Tonder en vgl. ’t Veluwsche „tintelton" : een tonderdoos; vgl.„Gelijck der Sonne schijn getint heeft en gebloncken." In 't Veluwsch zegt men nog: „Mijn vingers tinten”. Vgl. ook maltentig; letterlijk: slecht brandend, slecht vlam vattend, en fig.: koppig. Bij Hoof...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: