Wat is de betekenis van tegel?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tegel

tegel - Zelfstandignaamwoord 1. een rechthoekig stenen voorwerp dat meestal wordt gebruikt voor het bedekken van oppervlakten Hebben ze de tegels voor de badkamer al afgeleverd?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tegel

tegel - zelfstandig naamwoord uitspraak: te-gel 1. rechthoekig plat stuk steen of aardewerk voor wanden of vloeren ♢ we hebben witte tegels in de badkamer Zelfstandig naamwoord: te-gel de tegel ...

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

tegel

tegel - Vlak, compact en relatief dun, duurzaam materiaal dat over het algemeen wordt gebruikt voor dakbedekking, vloerbedekking of muur- en plafondbedekking; meestal rechthoekig of vierkant van vorm. Gebruik eerder 'keramische tegels' voor gebakken kleimaterialen in diverse vormen en dikten die, naast bedekking, voor verscheidene doelein...

2024-04-28
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Tegel

vierkante of veelhoekige uit klei gebakken plat steentje, dat dient om er muren of vloeren mee te bekleden, veelal beschilderd en ter bescherming geglazuurd. Vaak samengevoegd tot een compositie (tegeltableau). De versiering kan zeer veelsoortig zijn en biedt gelegenheid tot het schilderen van figuren, geometrische motieven, wapens, enz. De beschil...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tegel

s., tichel, teil, stientsje (it).

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tegel

m. (-s), 1. platte vierkante vloersteen: met blauwe en rode tegels een keuken bevloeren. 2. plat, vierkant, verglaasd steentje, al of niet beschilderd, dienend ter bekleding van muren: tegels langs de wand; een schoorsteen van antieke tegeltjes; fraai beschilderde of gebrande, tegels in een eikenhouten lijst, tot sieraad...

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tegel

in de bouwkunde de naam voor een materiaal, dat gebezigd wordt voor vloerbedekking en wandbekleding. T.’s zijn óf vervaardigd van natuursteen, óf gebakken van een of andere kleisoort óf gestampt uit betonmengsels. De dubbelgebakken, tevens vet- en zuurvrije vloertegels zijn niet verglaasd en worden in alle kleuren en figu...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Tegel

(z architectonisch aardewerk en ceramiek) is in de bouwkunde en in de ceramiek de naam van een materiaal, dat gebezigd wordt voor vloerbedekking en wandbekleding. Behalve van ceramische mengsels (kleisoorten, al dan niet vermengd met andere mineralen) worden zij vervaardigd van natuursteen of beton. Vooral als ceramisch product is dit bouwma...