Wat is de betekenis van tas (beurs, zak)?

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tas (beurs, zak)

v. (tassen; -je) Eig. platte zak : beugel-, boeken-, geld-, herders-, patroon-, reis, school-, weitas; zij heeft de op zijde, zij beheert de geldzaken, Syn. ➝ beurs.