Wat is de betekenis van stuw?

stuw - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) een vaste waterkering die het water, van een deel van een rivier of een stuwmeer, pas bij het bereiken van een bepaalde waterhoogte laat wegstromen doordat de dam overstroomt of door het openen van schuiven of deuren ♢ De stuw, die voor vissen een versperring...

stuw - zelfstandig naamwoord 1. dam in een rivier of dal, die het water tegenhoudt ♢ door de stuw heeft het gebied eromheen het hele jaar door water Zelfstandig naamwoord: stuw de stuw de stuwen ...

Een beweegbare afsluiting van een waterloop om een hoger peil te bereiken.

de bekendste stuw in Noord-Brabant is de Lithse, die in 1936 in gebruik is genomen (zie aldaar).

of waterkering, een dam in een rivier om de waterhoogte te regelen. Door het opheffen van schotten (het „strijken” van de stuw) kan men het water door laten stromen. Bij bevaarbare rivieren is in de stuw ook een sluis aanwezig voor de scheepvaart b.v. in de Maas bij Grave.

Ter aand. van een persoon: stuwende kracht, bezieler. De h. H. M. mag gerust de stuw genoemd worden van het salon vloerbekledingen en open haarden, Shopping (ed. Antw.-Z.) 18/11/1976.

Bouwwerk om water in een rivier of beek op te stuwen. Men kent stuwdammen, gebouwd van metselwerk of beton, waarover het water ook bij grote debieten - moet storten, en beweegbare s., welke voor grote afvoeren geopend kunnen worden. In onze rivieren worden gewoonlijk de laatste aangetroffen; bekend zijn de stuwen in de Maas, welke gebouwd zijn t.b....

...

v. (-en), waterkering, dam in stromend water gelegd om het ten behoeve van de voeding van kanalen, voor bevloeiing, voor waterkrachtinstallaties enz. tot zekere hoogte op te stuwen: het water wordt door een stuw op peil gehouden.