Wat is de betekenis van Stuwen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stuwen

stuwen - Werkwoord 1. voortbewegen door te duwen, opduwen, voortstuwen 2. in een ruimte pakken of bergen, stouwen, verstouwen 3. door een stuwdam tegenhouden stuwen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stuw Woordherkomst afgeleid van stuw met het achtervoegsel -en Verwante begrip...

2024-03-29
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

stuwen

Vaste of beweegbare constructie die dient om de waterstand bovenstrooms van de constructie te regelen. (BRT)

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stuwen

stuwen - regelmatig werkwoord uitspraak: stu-wen 1. zorgen dat het beweegt, vooruit duwen ♢ het hart stuwt het bloed door de aderen 1. hij is de stuwende kracht van het bedrijf [degene die ervoor z...

2024-03-29
Waterschaps begrippenlijst

Hoogheemraadschap van Rijnland (2016)

Stuwen

Een hoogte afstelbare constructie waarmee de waterstand van bijvoorbeeld een sloot wordt geregeld. Het water staat aan de achterkant van de stuw hoger dan aan de voorkant.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stuwen

v., stouwe.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stuwen

(stuwde, heeft gestuwd), 1. duwende voortbewegen, voortduwen, dringen: een trein stuwen; de slagaderen stuwen het bloed door de vaten; 2. in een ruimte, een bergplaats enz. duwen, pakken of bergen; — inz. van goederen in een schip; bergen op een zodanige wijze dat ze de minste ruimte innemen en niet van hun plaats kunnen gerake...

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Stuwen

(stuwage) is het plaatsen van de lading in een schip op zodanige wijze, dat deze goed zeevast staat en dat geen open ruimten worden gelaten.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stuwen

stuwde, h. gestuwd (1 duwende voortbewegen, voortduwen, dringen; 2 bijeen of opeen plaatsen in een ruimte; inz. van goederen in een schip of wagen: bergen op een zodanige wijze, dat zij de minste ruimte innemen en niet van hun plaats kunnen geraken; stouwen; 3 de natuurlijke afvloeiing belemmeren; door een bouwwerk, stuw, er in te leggen het water...