Wat is de betekenis van stuwadoor?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stuwadoor

Het begrip stuwadoor heeft 2 verschillende betekenissen: 1) lader en losser van schepen. persoon die zich voor zijn beroep bezighoudt met het laden en lossen van zeeschepen en de daarbij behorende werkzaamheden. 2) stuwadoorsbedrijf. bedrijf dat stuwadoorsactiviteiten verricht.

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stuwadoor

stuwadoor - Zelfstandignaamwoord 1. degene die verantwoordelijk is voor het gebalanceerd laden en lossen van schepen Zonder een goede stuwadoor zinkt mogelijk het schip. Woordherkomst >Spaans: estibador

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stuwadoor

stuwadoor - zelfstandig naamwoord uitspraak: stu-wa-door 1. iemand die voor zijn beroep schepen laadt en lost ♢ de stuwadoors zorgden ervoor dat de containers aan boord kwamen Zelfstandig naamwoord: stu-wa-door de st...

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Stuwadoor

[v. Sp. estivador, van estivar, van Lat. stipare = dicht ineenpakken] scheepsbevrachter, persoon belast met toezicht op laden en lossen van schepen.

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stuwadoor

scheepslader en -losser

2024-04-23
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

stuwadoor

De stuwadoor verzorgt de belading en de lossing van een schip. Hij zorgt ervoor dat een voldoende aantal arbeiders (havenarbeiders of bootwerkers) aanwezig is om de lading in de ruimen of tussendekken vakkundig te stapelen (het „stuwen” der lading). Ook bij lossing van een schip heeft hij de leiding. De maatschappij die deze werkzaamhed...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stuwadoor

persoon belas met laai en aflaai van skepe.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Stuwadoor

scheepsbevrachter

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stuwadoor

(<Sp. estibador), m. (-s), iem. die zich belast met het laden en lossen van zeeschepen en de daarbij behorende werkzaamheden.