Wat is de betekenis van stormen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stormen

stormen - Werkwoord 1. (onpr) (meteorologie) bijzonder sterk waaien Het stormde geweldig die nacht en er verging een aantal schepen. 2. ergatief bijzonder snel bewegen De bel ging en de kinderen stormden naar buiten. stormen - Zelfst...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stormen

stormen - regelmatig werkwoord uitspraak: stor-men 1. heel hard waaien ♢ als het stormt kun je geen paraplu gebruiken 2. heel hard erheen lopen ♢ de kinderen stormden op de taart af R...

2024-04-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

stormen

stormen: heel hard op de meet af stormen; met een complete ploeg op de kop van het peloton sleuren.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stormen

v., stoarmje; gevaarlijk —, spoekje, spookje; het stormt, der stiet in stoarm, it waeit in stoarm.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STORMEN

I. (stormde, heeft gestormd), 1. (onoverg., inz. onpers.) zeer hard waaien : het stormt verschrikkelijk ; — (fig.) 't zal er stormen, ‘t zal er warm toegaan; 2. (onoverg.) een heftige aanval doen ; storm lopen : zij stormen voorwaarts, met de moed der wanhoop ; 3. (w. g.) (overg.) in snel tempo aanvallen ; bestormen ; inz. (hist....

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stormen

stormde, h. (1, 3), i. (2, 3) gestormd (1 hard waaien; 2 snel voorwaarts lopen; 3 met vijandige bedoelingen, voorwaarts lopen): 1. het stormde vreselijk; Z.-N. het zal er stormen, warm toegaan; 2. fig. allen stormden op hem los, kwamen met drukte op hem toe; 3. mil. de krijgers stormden vooruit.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stormen

(stormde, gestormd) I. (heeft) 1. zeer hard waaien: het stormde vreselijk. 2. hevig toegaan: 't zal er -. 3. de stormklok luiden: het stormt, het brandt ergens! II. (heeft en is) geweldig rennen met vijandige bedoelingen: de krijgers stormden als dol vooruit. III. (is) snel voorwaarts lopen: zij stormden op hem los.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stormen

(stormde, heeft en is gestormd), 1. zeer hard waaien; (fig.) het zal er -, het zal er warm toegaan; 2. een heftige aanval doen; stormlopen; 3. zich snel en onstuimig voortbewegen; m.n. lopen.