stormen - regelmatig werkwoord
uitspraak: stor-men
1. heel hard waaien
♢ als het stormt kun je geen paraplu gebruiken
2. heel hard erheen lopen
♢ de kinderen stormden op de taart af
Regelmatig werkwoord: stor-men
ik storm
jij/u stormt
hij/zij stormt
wij/zij/jullie stormen
ik/jij/u/hij/zij stormde
wij/zij/jullie stormden
hij heeft gestormd
stormend, stormende
Gepubliceerd op 14-11-2017
stormen
betekenis & definitie