Wat is de betekenis van stoeterij?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stoeterij

stoeterij - Zelfstandignaamwoord 1. (veeteelt) het bedrijfsmatig telen van paarden 2. (bedrijf) (veeteelt) de bedrijfslocatie waar paarden worden geteeld Woordherkomst afgeleid van het Duitse Stute (merrie) met het achtervoegsel -erij Synoniemen [1], [2] paardenfokkerij [1] paardenfok Verwante begrippen dekk...

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Stoeterij

[stoete = merrie] paardenfokinrichting.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stoeterij

paardenfokkerij

2024-04-30
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stoeterij

Speciale plaats waar paarden op deskundige wijze worden gefokt en opgefokt. Elke s. is ingericht voor een bepaald fokdoel en men onderscheidt daarom volbloed-, halfbloed-, koudbloeden draverstoeterijen. Ue fokkerij wordt op praktisch-wetenschappelijke basis gedreven. Al naar de omvang heeft een s. meerdere hengsten en een of meier stammen van fokme...

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOETERIJ

(<Hd.), v., 1. het fokken van paarden; 2. (-en) plaats waar paarden gefokt worden.

2024-04-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Stoeterij

(Duits Stute, merrie), paardenfokkerij, soms worden er ook renpaarden afgericht; men heeft ook Staatsstoeterijen, bijv. in Ned. op de Veluwe (Millingen) voor de fokkerij van legerpaarden.

2024-04-30
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Stoeterij

noemt men inrichtingen, waar paarden gefokt worden. Zij worden óf door het rijk, óf door particulieren onderhouden; in het eerste geval beogen zij verbetering van het paardenras in het algemeen. In Nederland is slechts één voorbeeld van een staatsstoeterij te noemen, nl. in de vorige eeuw die te Borculo. Deze heeft een k...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stoeterij

v. stoeterijen (van stoete = merrie: [inrichting tot] het fokken van paarden).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stoeterij

(stoetə'rij) v. (-en) [stoet, merrie] 1. Eig. paardenfokkerij. 2. Metn. inrichting daarvoor. stoethaspel ('stoet) m. (-s) onhandig mens die alles dom aanpakt.