Wat is de betekenis van Stille?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stille

1) (1885) (inf.) geheime politieagent. Vgl. Rus*. • Zeg, 'k had 'm toch gauw in de smiezen, die stille. (Bernard Canter: Twee weken bedelaar. 1900) • En weet u, waar ook nogal mee te verdienen is? Als iemand kan werken met twee vingers. Dat noemt het publiek zakkenrollen, en soms gebeurt het, dat er een „stille" (een geheime polit...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stille

stille - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van stil

2024-04-23
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

stille

rechercheur In 1885 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke, met als definitie ‘geheime politieagent’. In 1911 schreef de Amsterdamse hoofdcommissaris C. Batelt in Duister Amsterdam (p. 9) waarom hij ooit bij de politie was gega...

2024-04-23
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Stille

Stille - agent in burgerkleding. Op kousevoeten sluipt een stelletje stillen op de kolos toe. - Panorama 1.1.1985 ​

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stille

stille - zelfstandig naamwoord uitspraak: stil-le 1. iemand misdadigers opspoort ♢ (populair) er liep wel een stille mee in de demonstratie Zelfstandig naamwoord: stil-le de stille de st...

2024-04-23
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

stille

agent in burger, rechercheur: Na een half uur wachten komen vader en buurman terug met nóg een meneer, ’n stille van de politie, MENS2 267.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Stille

(Barg.) geheime politieagent.

2024-04-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Stille

stilte, gerustheid, kalmte.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STILLE

m. en v. (-n), 1. zwijger; 2. stiekemerd; 3. een stille in den lande, die weinig van zich doen spreken, die zich niet inlaat met strijdvragen (ontleend aan Ps. 35: 20); 4. (kaartsp.) iem. die, zonder het aan te kondigen, alle slagen haalt; 5. geheime politieagent.