Wat is de betekenis van stemplicht?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEMPLICHT

m., wettelijke plicht zijn stem uit te brengen bij de verkiezingen: naast stemrecht bestaat stemplicht.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stemplicht

stemplicht - Zelfstandignaamwoord 1. de verplichting om te stemmen Woordherkomst samenstelling van stem(werkwoord) en plicht

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stemplicht

m. (plicht, door de wet opgelegd aan ieder bewoner v. ons land boven de 25 jaar om zijn stem uit te brengen, b.v. bij verkiezing van leden voor de Tweede Kamer).

2025-07-15
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Stemplicht

in Ned. eiken stemgerechtigde opgelegde verplichting om zich met zijn oproepingsformulier a/h daarin vermelde stembureau te vervoegen; niet-voldoening a/d s. zonder geldige reden is strafbaar.

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Stemplicht

Door de wet aan de kiezers opgelegde verplichting om ter gelegenheid van de van overheidswege uitgeschreven verkiezingen hun stem uit te brengen. Zij heeft ten doel te voorkomen, dat kiezers in grooten getale uit gemakzucht niet aan de verkiezingen deelnemen, waardoor de uitslag een onjuist beeld zou geven van de politieke groepeering van het volk....

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stemplicht

('stem) m. en v. plicht zijn stem uit te brengen. Syn. kiesplicht.

2025-07-15
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Stemplicht

Bij de invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen en voor vrouwen en van de evenredige vertegenwoordiging in 1917 is tevens de stemplicht ingevoerd. Men is daarbij uitgegaan van de gedachte, dat de stemming niet een juist beeld geeft van de politieke verhoudingen onder de bevolking, of van den „volkswil”, indien een deel van het v...

2025-07-15
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Stemplicht

Stemplicht - Ieder stemgerechtigde bij verkiezingen voor Tweede Kamer, Prov. Staten of gemeenteraad, is sinds 1918 verplicht, zich bij de stemming ter uitoefening van zijn kiesrecht bij het stembureau te melden (artt. 80, 127, 143 Grw., art. 71 Kieswet). Blijft hij in gebreke, zoo moet de burgemeester hem binnen 14 dagen uitnoodigen zich daaromtren...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stemplicht

v./m., wettelijke plicht om bij openbare verkiezingen persoonlijk op het stembureau te komen om zijn oproepingskaart in te leveren, overigens zonder de plicht om ook daadwerkelijk een stem uit te brengen.