Wat is de betekenis van stalen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stalen

stalen - Bijvoeglijk naamwoord 1. van staal vervaardigd Er moest een stalen plaat op gelast worden. stalen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord staal stalen - Werkwoord 1. (ov) hard, sterk maken De sport...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stalen

stalen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sta-len 1. gemaakt van staal ♢ onze eettafel heeft stalen poten 1. het stalen ros [de fiets] 2. als van staal...

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Stalen

het - ros, clichében. voor de fiets. Vgl. Duits Stahlross; vgl. ook het ijzeren ros. Mijn mooie stalen ros met dat zwarte tankje als een struisvogelei... (Jan Wolkers: De perzik van onsterfelijkheid, 1980) Met het stalen ros aan de hand was hij naar huis gerend... (Rijk de Gooijer en Eelke de Jong: The best of Koos Tak, 1988) standaard, in de uit...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stalen

1. v., stielje, hurdzje. 2. adj., stielen; een — voorhoofd hebben, (in) dûbeld fel foar de kop hawwe.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STALEN

bn., 1. van staal gemaakt, uit staal bestaande: stalen vorken, messen; een stalen boog; stalen pennen; — (scherts.) een stalen pen, een (geklede) jas; — het stalen ros, de fiets; 2. (oneig.) van smelt- of vloeiijzer: stalen schepen, stalen stoomketels; 3. (fig.) als van staal; — sterk, m...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stalen

I. bn.; 1. van staal: stalen vorken, pennen, richels, messen, kettingen; het stalen ros, de fiets; 2. van smelt- of vloeiijzer: stalen schepen; stalen krukassen; 3. van staaldraad: stalen trossen; 4. als van staal: een stalen gestel, dat overal tegen kan; een stalen wil, onbreekbaar; een stalen vlijt, volhardend; een stalen geheugen, waaruit niets...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stalen

I ('sta:lən) bn. 1. van staal: baleinen, messen, pennen, spoorrails. → pen. 2. sterk : een gestel, geheugen; zenuwen. 3. onbuigzaam, onverzettelijk, een wil. 4. onvermoeid, volhardend : met vlijt. 5. geen afwijking toelatend : wetten. 6. onbewogen, strak : een gezicht. 7. onbeschaamd : een voorhoofd. II. (staalde, heeft gestaald)...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stalen

I. bn., 1. van staal gemaakt, uit staal bestaande: — vorken, messen; (scherts.) het — ros, de fiets; 2. (oneig.) — schepen; 3. (fig.) als van staal; sterk, met een groot weerstandsvermogen; iemand met — zenuwen; een — geheugen, zeer sterk en getrouw; onvermurwbaar: een — gezicht, waarop geen trek verraadt wat in...